Farmdesk logo
Deel dit artikel op Linkedin

De snijrogge maakt zich klaar, nu nog kiezen

Wim Govaerts

Snijrogge om te wintermaanden te benutten lijkt zeker op de niet-droogtegevoelige gronden een slimme keuze, maar wat willen we ermee?

Voor melkkoeien

Sommige melkveebedrijven willen snijrogge voornamelijk inzetten als eiwit-aanbrenger in een maïsrijk basisrantsoen van de melkkoeien. Zij hebben alle belang bij een stevige N-bemesting in het voorjaar en een eerder vroege bladrijke snede.

Zo kunnen we komen tot degelijke voederwaarden van een voedermiddel waarmee we vlot kunnen melken:

DS VEM FOS DVE OEB RE RC ZET SUI VET
35%
950
550
70
55
175
220

0

75
40

De bijhorende teelteigenschappen van snijrogge vroeg geoogst:

Bij een opbrengst van 3,8 ton DS/ha aan 17,5% RE levert deze 665 kg eiwit op en heeft zo minstens nood aan 106 kg werkzame stikstof in het voorjaar. Bij een stikstofgehalte van 4,8 kg  per ton met een werkingscoëfficiënt van 60%, zou een vroege drijfmest gift van 25 ton per ha nog maar 72 kg werkzame stikstof opleveren. Het gewas zal zo nog nood hebben aan minstens 126 kg KAS die tijdig op het veld gekomen is.

Kortom om melkkoeienvoer te telen, moeten we de stikstofvoorziening ook voor de rogge in de lente tijdig en ruim genoeg voorzien. Zelfs nu de kunstmest duur is. Getuige hiervan de voederwaardeprijs (273 €/ton DS) die het dubbel bedraagt van de kostprijs (136 €/ton DS) bij een degelijke bemesting.

Voor droge koeien of jongvee

Andere bedrijven hebben mogelijk voldoende eiwitrijk gras of grasklaver op het bedrijf en zoeken eerder voer voor droge koeien of pinken. Dan is het boodschap om later te oogsten, op zoek naar meer droge stof per ha met een lager eiwitgehalte.

DS VEM FOS DVE OEB RE RC ZET SUI VET
27,5%
825
564
38
-15
90
335
0
55
35

De bijhorende teelteigenschappen van snijrogge laat geoogst:

Met dezelfde bemesting, komen we tot een veel ruimere opbrengst van 7,38 ton DS/ha met een veel lager eiwitgehalte van 9% en een veel hoger ruwe celstofgehalte.

Als basis voor een rantsoen voor droge koeien kan dit dienen mits eiwitaanvulling tot minstens 12% RE voor het ganse rantsoen. Het jongvee zal afhankelijk van de groeifase ook minstens een eiwitgehalte van 12% moeten krijgen bij een eerder extensieve opfok of 13% bij een intensieve opfok. Bovendien is in de prille jeugdfase de eiwitbehoefte van het intensieve jongvee tot 16-17%RE en in de verdere dracht ook 14-15%. In alle gevallen zal er een eiwitcorrectie nodig zijn, deze kan vanaf een jaar leeftijd zeker wel komen uit een minder goed bewaarde (najaars)graskuil waarmee we bij de melkkoeien niet terecht kunnen.

PS: in Farmdesk kan je ook rantsoenen voor jongvee en droge koeien berekenen, meer info in dit artikel.

Samengevat

Snijrogge kan breed en gevarieerd ingezet worden op een melkveebedrijf. Je moet voor de oogst wel weten wat je ermee wil doen tijdens het voerseizoen.

Verder denk ik dat een zwaarder gewas perfect zou kunnen op een goed vochthoudende bodem, terwijl we beter kiezen voor de snellere oogst van een bladrijk gewas met een lagere droge stof opbrengst op een drogere bodem om de daaropvolgende maïsteelt niet te fel te hypothekeren inzake vochtvoorziening tijdens het groeiseizoen.

Over de auteurs

  • Wim Govaerts

    Wim Govaerts richtte na het behalen van zijn Master Landbouwkunde een adviesbureau op dat gespecialiseerd is in technisch en bedrijfseconomisch advies voor bedrijven met melkproducerende herkauwers. Binnen Farmdesk is hij -naast zijn bestuursfunctie- actief als landbouwkundig expert, waar hij een uitgebreide theoretische kennis combineert met praktische ervaring.