Farmdesk logo
Deel dit artikel op Linkedin

Mooie weerspiegeling van het groeiseizoen in de gras(klaver)kuilen van 2023

Daya Will, Wim Govaerts
Onderstaand artikel is gebaseerd op gras(klaver)analyses van Farmdesk gebruikers, verspreid over Nederland en België. Voor 2020 hadden we 249 rapporten, voor 2021 hadden we 582 rapporten, voor 2022 hadden we 604 rapporten en voor 2023 reeds 630 rapporten. Dit artikel is een vervolg op het artikel Speciale gras(klaver)kuilen na een hete en droge zomer in 2022.

Het koude voorjaar, de droge junimaand en het groeizame najaar zijn opvallende zaken van het grasseizoen in 2023. Gemiddeld gezien zijn er mooie graskuilen gewonnen met een prima kwaliteit.

Het koude voorjaar zorgde mogelijks voor een trage start van het grasseizoen. De droge junimaand was niet uniek, aangezien we de afgelopen jaren vaker te maken hadden met een groeidip in de zomer. Het malse weer in het najaar resulteerde dan weer in een mooie laatste snede.

Het grasseizoen van 2023 was zeker niet slecht. Kwalitatief goed ruwvoer en eiwit van eigen land blijven echter belangrijk. Hierbij blijft een doordacht graslandmanagement cruciaal.

In het vervolg van dit artikel gaan we dieper in op de voederwaarden VEM, ruwe celstof, NDF, ADL, suiker, ruw eiwit, DVE en OEB. Meer uitleg over deze voederwaarden vind je Voederwaarden en kengetallen in Farmdesk en specifiek voor NDF en ADL hier.

VEM in het gras

Veehouders die tijdig maaiden in het voorjaar werden beloond met gras van hoge kwaliteit, gekenmerkt door mooie VEM-inhouden en relatief lage waarden voor ruwe celstof, NDF en ADL.

De geen al te extreme temperaturen in combinatie met de vele neerslag tijdens de zomer van 2023 zorgde voor een beperkte dip van de VEM tijdens de zomermaanden.

Ruwe celstof in het gras

De ruwe celstof van het gras in 2023 lag gemiddeld rond de 241 g/kg DS. In 2022 was het hoge ruwe celstofgehalte vaak een gevolg van de warmte- en droogtestress, vooral tijdens de zomermaanden. In 2023 zien we dat dit eerder het gevolg is van late maaibeurten, vergelijkbaar met het jaar 2021.

NDF- en ADL-gehalte in het gras

De gemiddelde waarden voor NDF en ADL lagen in 2023 op respectievelijk 477 g/kg DS en 19 g/kg DS, met vooral meer uitschieters naar boven.

De graskuilen bevatten over het algemeen vrij veel vezels. Dit is te wijten aan de late maaibeurten, vooral in de zomermaanden.

Suiker in gras

Vooral de zonnige dagen in combinatie met de koude nachten in het voorjaar hebben gezorgd voor een hoog suikergehalte van het voorjaarsgras. Ook de warme en zonnige junimaand resulteerde in een hoog suikergehalte. Nadien is er een dalende trend terug te zien in het suikergehalte van de kuilen. Hoe verder in het groeiseizoen, hoe minder suiker er nog aanwezig is in het gewas.

Ruw eiwit in gras

De ruwe eiwitgehalten waren zeker in het begin van het groeiseizoen matig. Het koude weer zorgde ervoor dat de stikstof niet goed beschikbaar was voor de plant. Naarmate het groeiseizoen vorderde en het werd warmer, kwam de stikstof goed vrij voor de planten. Dit leverde mooie eiwitgehalten op in het najaar.

DVE en OEB in gras

Ook in 2023 werd het eiwit mooi afgewerkt tot DVE onder invloed van de vele zonuren. De zomer was niet zo extreem, waardoor de stikstof beschikbaar bleef voor de plant, met als gevolg dat de OEB zeker niet verkeerd is.

De DVE en OEB zijn van gemiddeld niveau, met respectievelijk 62 g/kg DS en 58 g/kg DS. Het maaistadium, suikergehalte van het gewas en het droge stofgehalte van de kuil hebben hier invloed op.

Hoe vroeger gemaaid kan worden, hoe hoger de DVE, hoe beter de vertering in de dunne darm. Hoe zonniger het weer, hoe meer suiker in de plant, hoe hoger het DVE-gehalte van het gras. Kuilen met een hoger droge stofgehalte hebben vaak ook een hoger DVE-gehalte.

Wat leren we hieruit voor 2024?

Het grasseizoen van 2023 kende enkele uitdagingen, maar ook positieve aspecten. Het is duidelijk dat een doordacht graslandmanagement van groot belang blijft voor een goede kuilkwaliteit en voederwaarde.

Het aankomende seizoen van 2024 is al merkwaardig voordat het goed en wel gestart is. Veel graspercelen zijn te lang in de winter moeten gaan vanwege het natte najaar. Drijfmest voeren kon maar op een gedeelte van de percelen of op sommige bedrijven helemaal niet vanwege de aanhoudende regen en natte ondergrond. Soms zelfs zo erg dat er geen kunstmest op kon zonder insporing.

Als het even kan toch kunstmest geven, zo spoedig de bodem het toelaat te maaien, lijkt de boodschap. Na een (korte) eerste snede kan het seizoen wellicht pas echt opgestart worden met de nodige drijfmest, aangevuld met kunstmest op maat.

"Het is niet altijd makkelijk boeren met grillige weersomstandigheden, maar wel boeiend om flexibiliteit, vakmanschap en de juiste timing hoog in het vaandel te dragen als het even moeilijker wordt…"

Over de auteurs

  • Daya Will

    Daya verzorgt landbouwkundige ondersteuning in Farmdesk, zowel intern als extern. Vanuit haar passie voor landbouw begeleidt ze melkveehouders, analyseert ze datasets, doet ze praktijkgericht onderzoek en evalueert ze gebruikerservaringen.

  • Wim Govaerts

    Wim Govaerts richtte na het behalen van zijn Master Landbouwkunde een adviesbureau op dat gespecialiseerd is in technisch en bedrijfseconomisch advies voor bedrijven met melkproducerende herkauwers. Binnen Farmdesk is hij -naast zijn bestuursfunctie- actief als landbouwkundig expert, waar hij een uitgebreide theoretische kennis combineert met praktische ervaring.